06 - 51234680Mandehof 17, 8391 BG Noordwoldedirectie@comprixcollege.nl

Frustratie
Doordat leerlingen met een cognitief talent het schoolwerk vaak als relatief gemakkelijk ervaren, krijgen ze weinig kansen om te leren omgaan met fouten maken en moeten oefenen om iets onder de knie te krijgen. Hierdoor wordt het niveau van frustratie lager. Als er een moeilijke opdracht gedaan moet worden zal een kind eerder dan anderen zeggen dat het te moeilijk is of "saaaai". 

Hiaten
Een slimme leerling ervaart in een reguliere lessituatie geregeld verveling. Het gaat te langzaam, de stof wordt al begrepen.Het kind let niet goed op en mist daardoor soms cruciale informatie. Er ontbreekt een blokje in de conceptstapel. Zo kan het gebeuren dat juist die slimme leerling heel veel moeite heeft met eenvoudige bewerkingen en bijvoorbeeld voor een deelsom met grote getallen een heel blad nodig heeft, omdat hij herhaald blijft aftrekken. Topdown instructie geven kan hierbij helpen. Laat de leerling zien wat er uiteindelijk beheerst moet worden en werk dan naar dit doel toe. Daarnaast belangrijk om de cruciale leermomenten goed te toetsen. Wordt de stof echt beheerst?

Mindset
De overtuiging die je hebt over je eigen leren is van invloed op je prestaties. We spreken over een fixed mindset, als je denkt dat je iets in een keer moet kunnen en dat je het anders niet kunt leren. Een growth mindset daarentegen gaat uit van een flexibel brein. Je kunt alles leren door te oefenen. In ons taalgebruik kunnen we een growth mindset stimuleren. Bijvoorbeeld: Je kunt het nog niet, in plaats van je kunt het niet. 

Geheugen
Slimme kinderen begrijpen vaak snel hoe iets in elkaar steekt. Op die "begripsroute" kunnen ze heel ver komen. De noodzaak om te automatiseren of om het echt te onthouden is er dan niet. Op de lange termijn lopen ze hierin vast. Met name in het tweede en derde jaar voortgezet onderwijs, als er voor talen veel woorden geleerd moeten worden, lukt het deze slimme kinderen niet om dit te doen. Ook je geheugen moet je leren gebruiken. Dit kun je doen door een langere lijst woorden op te geven bij Engels of bij topografie een uitgebreidere kaart. Een lied uit je hoofd zingen is ook een oefening die helpt. 

Motivatie
Op het moment dat een kind naar school mag heeft het vaak hoge verwachtingen. Nu gaat het leren echt beginnen. Een kleuter met ontwikkelingsvoorsprong zal al snel merken dat de andere leerlingen niet zo tekenen, zo spreken of begrip hebben van onderwerpen als hij/zij zelf. De eisen die er gesteld worden en wat er wordt aangeboden kan de kleuter teleurstellen. De motivatie neemt af. Het is daarom een goed idee om een kleuter met een voorsprong snel in het oog te hebben, bijvoorbeeld door een observatielijst en gerichte vragen aan de ouders bij de intake.Goed luisteren naar wat ouders zeggen is belangrijk. Zij kennen hun kind vaak op een andere manier dan de school.
Onderzoek laat zien dat het aanbieden van ontwikkelingsmateriaal dat past bij het kind stimuleert en zorgt voor het behouden van de motivatie. Voor oudere kinderen kan het goed zijn om, samen met een volwassene, een eigen leerplan te maken waarin duidelijke doelen worden geformuleerd. Mooi om die ook zichtbaar te maken in een plaatje of een model, zodat het kind ook kan zien wat het doel is en of daarin voortgang wordt geboekt. 

Zelfstandigheid
Cognitief talentvolle kinderen hebben het in het regulier onderwijs vaak niet gemakkelijk. Ze leren op een andere manier en hun interesses zijn vaak andere dan die van de rest van de klas. We weten inmiddels dat ook deze leerlingen zichzelf niet redden, maar ook instructie nodig hebben. Ouders kunnen bezorgd zijn over hun kind, vooral als ze merken dat het kind niet gelukkig is, niet graag naar school gaat. Logisch dat je dan alles wilt doen om je kind te helpen. Dit zorgt vaak voor een situatie waarin ouders elk obstakel willen wegnemen. Dit is niet de goede manier om kinderen te leren hun talent te ontwikkelen. Ook het omgaan met de maatschappij zoals die is, hoort bij opvoeden. De maatschappij gaat zich niet aanpassen aan jou. Bij leren om nieuwe dingen te doen hoort soms ook stress.Dat is geen probleem als het niet te lang duurt. Het kind heeft steun nodig, maar moet ook de kans krijgen zelf te leren. 

Samenwerken
Als je snel van begrip bent is het niet altijd leuk om met andere kinderen in de klas samen te werken. Je moet veel wachten of je wordt in de rol van leider geplaatst. Veel slimme kinderen werken liever alleen. Het is goed om afwisseling te hebben in de samenwerkingsvormen. Soms ben jij de leider, soms is een opdracht coöperatief. Het is ook prettig om geregeld met iemand te kunnen werken op je eigen niveau. Dit kan in de klas, maar ook in een plusklas of binnen een arrangement als het Comprix College. Buiten de school kun je ook denken aan een sportclub of muziek maken met een groep.

Zie ook: